Transcriptie
196.
Van Macassar 20.en October 1695.
balanippa laten bekentmaken, die ook aangenomen
hebben 'tselve in agtinge te nemen, hoewel don
mogelijk van kleen effect saal zijn, terwijl trijk
van Mandhar agt Coningen heeft, die ieder weer
verscheijdene onder hun hebben, welkers onderdonen
gewoon zijn buijten voorkennis hunner Hoofden
wijds en zijds tefwerven, en aan deselve in
dat deel weijnig respect te defereren, wesende,
de mandharese Coningen niet voorgehouden
VEd: naeder schrijvens rokden de klagite die UEd: bij voors: brieff noteren, dat
22 Ianm passato het selve genotte
werdt, niet waar bevonden door die van Tommnij over hare Insolentien gedaen
te sijn gelijck dat bij
was om dat bijjonse resolutie van den 12.' Iulij
Passado ook aangetekent staet; welke in’t brede
dicteert, de presentie der Ternatanen hier aan’t
Casteel woonagtig, op 40. a41. pulanesen hun
Onder die van mandhar schuijlhoudende, en die
zij volgens ’t contract vanden 10. october 1674.
hier ten Castele gesloten verpligt zijn te restitueren
gelijkte ook goetwillig aangenomen hebben. —
de vastgestelde dog van prescriptie met die van
goa en Tello beraemt tot het ondersoeken en afhan„
delen van hunne pretentien tegens den 8 october
was door VHoEd: bij de voors. brieff vanden
30. Maert 1694. wel geapprobeert en het
—
voorleden Iaer door den E. oppercoopman
schenkenberg en den raad we verschopen toe
de