Transcriptie
Van Macassar den 18.n octob:r 1695.
Hopende de cusolente geschillen om ’'t Eijland
sumbawa tusschen de landsaten aldaer en specialijk
de ongefondeerde pretentien van radja Tambora,
bij uw Ed: missive vanden 30. Maert 1694. gemelt
ook van point tot point bij vervolg en uEd: nader
schrivens vanden 22.' Januarij Passado verhandelt,
Reijnen wij dat nu geen rescriptie sal nodig zijn,
Maerhopen die onder godes segen nu haeft met
het swaert te vereffenen en zodanig te beslegten
dat uEd: daermede voor eerst niet zullen werden
gemoeijt, wesende die van Biema en dompo nu
door die gessel roede van Tambora ook zoo Tam
gemaekt, datse na haer verlangende herstelling in
rust voor affwerx genoeg sullen vinden, om hun
levens onderhout te versorgen, wij hopen egter soo
dra de saken op dat land konnen afgehandelt werden
die van’t rijk Sumbawa te disponeren tot het
Cappen van partij sappanhout als welke tot nog
toe vande verwoesting verschoond zijn
gebleven, dog vresen dat er het aanstaande Iaer
nog weijnig sal konnen werden verrigt, daertoe
wij egter ons uijtterste devoir sullen aanwenden,
Om zoo het nog gelucken wil met uEd: goetvinden
daeraff na amboina en banda kennisse te kunnen
geven, ingevalle uEd: derwaerts maer believen te
ordonneren dat reger. respective al daer op ons nader
advijs, de schepen disledig staen te retourneren
de
201.