214.

Van Macassar 18.e october 1695.

en boven leyt het geweer ten merendele geburgen

hoewel zeer bekrompen, en meest op Eekander

gestapelt, het derde gedeelte van dat gebouw diend

voor het wagthuijs en 'tbovenste voor de kamer

der officieren, op de vliering ( daer 't laeste de

ramp van tvuur in de tond was) is bij des

gouv:rs aanwesen een slegte planke solder gemaekt,

daer de saleijerse bast lond op gesloten werd, maer

„nieuwe

aan't gebouw der geordonneerde wapenkamer

is nog niet begannen, sonder dat ons blijkt waeroren

het gehapert heeft, ’t zij aan aenbagts voek off

bouwstoffe

het voors gebouw soude dan wel van ons eerste

werk konnen zijn, maer het negotie pakhuijs staande

tegens de zuijdwal deses Casteel spreekt van

hoger noodsakelykheijt: het gehele dak met de

balken stikken van witte mieren, gelijk ons bij

Collegiale visite genoeg gebleken is, en dierhalven

is niet sonder bekommering datmen daer eenige

bederffelijke Coopmans. bergen moet, waer over

den E: oppercoopman schenkenberg meermalen

tonter vergaderinge geklaegt heeft, daer in

wij geen redres weten te verschaffen, bij

gebrek van andere bequamer plaets, maer

dewijle uEd: bij de brieff vanden 22. Januarij

Passado de vernieuwing van d.o kleden pakhuijs

gehelijk hebben gedefereert aan de bevinding en

het