Van Macassar den 18.n october 1695

vereijsschen, daerhet dog doorgaens aan haperd,

en om niet meer werk overhoop te halen, als wij

te gelijk affkonnen maken, moennen de oude

gebouwen met repareren en latehalven, zoo lang

staande houden tot datmen in staet is om het

nieuwe te konnen beginnen en voltoijen, daer toe

Wij in de aanstaande droge tijd nog weynig

kanstien

vande secretarije, mitsgaders het negotie en soldij

Cantoiren waer aff in voors. brieff van den 17. 7ber:

1694. gesproken werd, konnen wij uEd: berigten

datmen met de presente schriff plaetsen voor

eerst moet en kan behelpen, het Negotie Camtoir heeft

den E oppercoopman schenkenberg voor des gouv=r

overkomst, inde voor gallerij off stoep van sijn

—

E. wooning, van 1 een laten opmaken, en

is tot dat gebruijk voor drie off vier

pennisten ruijm en bequaem genoeg. het soldij

Comtoir in een apartement off bekrompe

kamertje tegens de west wal deses Casteels, is dng

en slegt, dan ten minste wel eens zoo groot

behoorde te zijn, maer tot de secretarij sonmen

geen flimmer plaets in dit Casteel konnen uijtvinden

zijnde niet anders als een smal afdak, staande

tegens de westgevel vandes gouv.rs wooning regt

en digt aande weg, daermen na de agterwoningen

en de punt Mandassaha gaet. hebbende de

Timmerwerff op opene loods infront, nanlijx een

roede spatie tusschen beijden, en tegens het

kamertje

219.