Transcriptie
Van Macassar den 18:e Oetob:r 1695.
thuijn bij de tedout Mandarsaha begrepen, daer het
oude ook vervallen en inde steijlen verrot was,
sulx dit nieuwe op eenstoene gemetselde voet
met muur platen en een opene gallerij 50. voeten
lang nu ten principalen vaaerdig is, om de
landgroten daer bij wijlen te ontfangen, en die bijt
van 'Wouijte hoff, specialijk de Eerste
Couinginne Poekrij dam Calille en gevolg daer
somtijts te onthalen. hebbende radja bonij sedert
zijn hoogh:ts afkomst uijtChinrana, siende het
huijs inde klene thuijn ook geheel vervallen, den
gouverneur aangeboden omdat door zijn volk
mede te laten vernieuwen, ’t geen dankelijk
aangenomen, en zed„t ook cierlijk na flants
wijse voltoijt is, daer van Comp.e wegen geen
andere onkosten zijn gedragen dan de verstrecking
van eenige planken spijkers en ijterwerk, dog
sal den gouv.r de werkmeester eerstdaags net
20. rd.s tot sirij pienang geld regaleren, hoedanigen
Erkentenis bij 't hoff, voor bijsondere dankbaerh.t
aangesien en opgenomen werd.
dus verre dan van de gemene landsaken
en de Timmeragie gesproken hebbende sullen nu
de gemengde en die van onse huijs behiering
soo in’t generael als bijsonder verhandelen
en vervolgens seggen
dat bij navraging bevonden is, het buskruijt a.o
passado p.r Jambij tot een quantiteijt van 6600. lb.
overgesonden, gelijk uEd: wel op gemerkt hebben,
geen
223.