Transcriptie
340.
Van Macassar den 18:n october 1695.
bij reselutie van den 10. september, aande burger
baeker Coenraat thim hebben overgelaten, tot 40. rd.s
t last welke prijs na de sobere Conditie van dat
graen wij niet souden bedongen hebben, ten ware hij
gevreest hadden, dat die bijvenditie door den ander
mogt werden gemeijnd, en dat wij die dan Souden
gelicentieerd hebben nevens hem de baknering aan
testiellen, wesende de 5. lasten d.o graan op onsen
ten versoeke van
1
principalen eijsch gestelt.
d.o Chim onder expres beding, dat hij deselve
soodra die aangebragt werd, prijs Couram
sal overnemen, en waerom wij de volle voldoening
van ’t gepetioneerde ook eerbiedig versoeken
Voorts sal de laeste resolutie van den 24. 7ber
toonen dat wij toegestaen hebben de afschrijving
van 2. maten off 80. lb. Carie op winst en
verlies, welke op 3. lasten p.r zion aangebragt
geloopeert waren volgens het rapport der
gecommitt.s tot de nametioge gestelt, dog 't geen
op zijn tijd vergeten is bekent te maken, waerom
het ook bij het advijs aan uEd: nopende de
uijtlevering der lading van d.o bodem gead„
„mitteerd is.
de resolutie van den 5.en april, dicteert de
leccagie die wij toegestaen hebben aff te schrijven
op zodanige goederen als in 2. Jaren off sed.t pino
Maert 1693. tot Vlt.o feb:r 1695. waren verstrekt, en
geconsumeerd hoedanigen atschrijving bij resolutie
van