Transcriptie
350.
Van Macassar 18:e octo b:r 1695.
van dien, hun krits ia'tlants wijse uijt getogen hadden
amp;a wij sullen hier niet ophoelen off zijn gequalifi„
„ceert geweest is; zodanige vragen te doen. naer
eenlijk seggen dat het geschied is, op zijn hoogh.ts
speciael versoek, en dat het 'er zoo bij gebleven is;
gemelte Iunius vertrekt dan nu pr de wildschut
hebbende verloff om van zijne oude lijfeijgenen
p.r d.o boden met zig te mogen nemen 18. stx.
Namelijk 8. kleine Iongens, en 10. slavinnen groot
en kleen, boven dien zoude hij met zijn apart vaert
nog mogen laten volgen, 12. volwassene mans
slaven zijnde 5. Mangarats en 7. visschers, bij hem
voorheen vande heer hartsing gekost, en alsulx in’t
geheel 30. zielen
Onsen gewesen baas vande wapenkamer gijsbert
van Ingen hier voren gemelt vertrekt nu ook p.r de
welschut in zijn oude qualiteijt van zerg- met
20. gls ter maand, hebbende wy wel weder aen
soek gehad, van diverse Militairen die mits tijds
expiratie om hun verlossing versogten, dog die
alle afgewesen, ten dele met verstrecking van
een paer goede maanden Contant, voor een Iaer
overblyvens, en sommige met die te disponeren
tot een N: verband, dog tmeerder gedeelte met
belofte van hur aanstaande may maand sekerl.
t sullen laten vertrecken, daer het dan zoo
bij gebleven is.
de boeken en papieren die nu met de wildschut
tot uEd. afgaen, zijn de Secretarijs papieren
naemlijk