Transcriptie
356:
Van Macassar 18.n october 1695. ā
factuur onderscheijdentlijk gespecificeert namentlijk
12. Coppen in geschenk van radja Bonij en poetrij
dain Tahalille mitsgs aroe palacca haren
neve bestaande in 7. Mans en 5. vronos
slaven, dā mans met een geel leverij gekleet
zijnde.
d.o
3
als boven, in geschenk van radja goa zijnde
Mangraijers 2. kaerls en 1. mijt.
1. d:o zijnde een Ionge meijt a.o pass:o uijt het geschenk
van radja goa, mits de kinderpokjes kreeg
ā
hier verbleven
1.
d. zijnde een aankomende solorse Iongen, door den
Luijtenant vander schuur tot biema voor 1Ā½
last rijs geruijld.
2. zijnde een meijd en een kind, off Iongetje van ontrent
6. Jaren, door radja sumbawa aanden gouv. in
geschenk gesonden, en den 25.e aug.o pass.o
door desselfs gesant rading brangria
aangebragt
2. zijnde een Jongen en een meijd, der burger Joanns
berringan, en den Chinees siok toebehorende e
anno pass.o door J.r noodnagel van Biema overgebragt
om met uEd: believen na vergoeding vant
uijtgeschotene aande Eijgenaers gerestimeert
te werden, derselver Confessie voor gecommitt.s
uijt den raad van Justitie onder 17. pass.o gaer tot
uEd: speculatie en nader Elucidatie hier nevens
21. Coppen als voren met welkers montait de factuur
annex