Transcriptie
160
Van Macassar 18.en october 1695.
werwaerts de macassaren onder hun veld heer
Jerenika en Lehabodo den 13. d.o met 6. klake —
vaert. waren gevolge, zulx men nu afwagten
moet wat er met hulx der voors. bondgenoten sal
werden verrigt
Voor besluijt sullen wij hier nog bijvoegen, dat het
met desiekte van radja bonij nog al in een staet
blijft, dan erger en dan beter twaes den 9. deses
dat zijn hoogh.t den gouv:r Liet weten, dat hij zig
van een dodelijke benantheijt geprangt gevoelde,
en zoo die begerig was om hem nog eens levendig
te zien, dat hij dan haese komen moest, zulx zijn
E: na de agtermiddags gods dienst, afgehaelt door
aroe Palacca, naboutuala begaff, vindende zijn
Hoogh.t in een grote benanth.t leggen, sonder verstaen
bare tael te konnen spreken, de eerste Coninginne
berigte den gowv.r, dat zijn hoogh.t seer na zijn E.
komst verlangt hadde, na verloop van ½ uur
en ’t ongemeen gevoelen, kreeg hij wat verligting
seggende door vertelking van Crai aganaije
zyn hoogh.ts swager, dat met den gouv. wel
wilde, maer niet konde spreken, en weynig
daer na hiet hij de eerste Coninginne voorsig
komen, leijde zijn linkerhand op haer hals en seijde
dese mijn vrouw neemt die onder mwe
bescherming mijn soon, als ik sal overle„
den zijn, want sij heeft geen vrienden
die