Van Macassar den 20. October 1695.

heijnen, den 6. en 10. deses den resid.t hassing

was er den 25. 7ber wel gearriveert, dog had het

Werk seer Confuijs bevonden, zonder boekjes oft

eenige aantekening van verstrockingen, invoegen

hij die ten besten doenlijk zou moeten formeren en

vervolgen om dan uijt de ontfangene restanten, bij

Transport te kunnen zien, wat gemelte noodnagel

nog ten agteren staet, dat mogelijk nog al een

Kerkel Somma bedragen sal, ten dele uijt

verwaerlosing en de lest uijt versuijm van

aantekening gelijk wij op de eerste tijding van zijn

Continuele debauche, wel gevreest hebben, hoewel

men hoopt dat d.o defect uijt desselfs nalatenschap

(die nagissing nog wel 7. a 800. rd.s bedragen

sal) ten principalen sal kunen werden gesuppleert

dog wij versoeken eerbiedig dat uEd: ook gelieven

te doen letten, dat'er Costij geen afbetaling van

particuliere schulden, op de originele reecq: van d.o

Roednagel aan zijne Crediteuren, meer geschieden

mag, om zoo er meer, dan het procedido der

Nalatens: ontbrak, dan het verder verhael op de

verdiende gagie te konnen soeken, wijders versoeken

Wij met alle eerbiedigh.t nog op een spoedig recreu„

toversterking onser smeltende magt tot biema„

daertoe wij niet meer in staet zijn: soo ook om 3.

als. bequame chirurgijns, dewijl al 2. d.o op

biema gestorven zijn en een derde krank van

daer opgekomen, dog heden morgen in ons hospitael

ook

365.