closeTerug naar inventaris

Transcriptie

7.

Van Macassar 25:n Junij 1695.

daerop mitsgaders ’t nader voorstel bij voors:n onsen

en heeft zin afkomst

vast gestelt

gemeenen brieff van 20.en deser, de afkomst vast gestel

heeft: maer t is seker, dat hij ook van die verwagting

met verwagting dat

den gouv.r sal Concur„

is, dat ik met hem sal concureren, in't voors.

„reren in zinsentim.

vonnis ten laste radja biema. Tis van opmerking

dat radja bonij in een aparte conferentie met

voorsz: p:r Lieuten.t schipion, seer namckeurig

vroeg, na mijn persoon en Conduite, etc. daer op

berigt ontfangen hebbende, zeijde 'twas seer goed

sinhoogh:t oordeel over de

gersoonh vanden goew:r

dat uEd: sulk een man herw: voor gouvern.r

gesonden hadden, die sig soo ligt niet soude

laten omsetten, gelijk zij den oppercoopman

schenkenberg reets gedaan hadden. welk

seggen van radja bonij specialijk siet, op het

discoers dat gemelte E: schenkenberg, ten tijde

reflecterende opseker

van desselfs p.l gesag ( wat onvoorsigtig) gevoerd discoers van den E:

schenkenberg

heeft, in’t bij zijn van zijn hooghts Tolk Carrelesso„

naemlijk: dat zoo zijn E: als regter sitten

moest over radja Biema, dat hij hem niet

soude konnen veroordelen, alsoo zijn ge„

„moed, om niemands wil soude willen

beswaren etc. dit soude ik in gemoede, nat

des gouv:rs tentiment

over de zaekinquestie

resumeren der wedersijdse productien, ook wel

voor de veijligste weg aensien, en radja Tambora,

op de ingewonne bewijsen en zijn gevolgde

woede