closeTerug naar inventaris

Transcriptie

10:

Van Macassar 25:en Junij 1695.

en bekommering ons die bekommering nog overblijft, off zulx

of radjabiema, niet

ten eersten dient versonden niet ten eersten sal dienen werkstellig gemaekt

te werden, hoewel dit schijnd te strijden, met uEd:

bevel, bij de aparte memorie voor mij ter neder

gestel, namentl. niet tot de Executie te treden

voor uEd: nader ordre; maer dewijle uEd: bij

dat met d’ordre harer

Ed: schijnd testijden geciteerde memorie ook seggen, in gedagten

geweest te zyn van te sevelen, om radja biema

p:r 't schip sion na ambon te senden, en dat de ordre

totschortsing van uijtvoering ook onder Conditie

legt, teweten; ten ware dater iets buijten

bedenking mogt voorgevallen zijn, soo saltij

daerin na de tijd moeten voegen, uEd: versekende,

dog daerin nade

gelegenth.t des tijdt

dat ik in alles hare bevelen gehoorsamelijk

sal werden gehand.t

opvolgen, en te gelijk als een getrouw dienaer

het ware interest vande EComp:e beiveren sal,

en dat de versending van radja biema net

sal geschieden, ten zij sulx absoluijt gerequireert

off onvermijdelijk geoordeeld werd, alsoo 'er

alsooer geen diffiden

geen diffidentie sal mogen overblijven, zoo wij

tie overblijven mogg

radja bonij disponeren, sullen zijne magt met

d’onse te Combineren, om het woedend Coninxken

om den oorlog op

van Tambora nog voor het aflopen van dit

biemate slissen

ooster Zaijsoen in zijn wrede desseijnen te

beteugelen: van welkers gedoente bij onsen

Voors: