closeTerug naar inventaris

Transcriptie

23.

Van Macassar 25: Junij 1695.

te Erlangen wand hoewel zij van ouds geen

Estine voor de boegisen hebben gehad, maer deselve

als hun boeren en onderdanen hielden, zoo hebbense

daer voor ook nog weijnig agting, maer ontsien

vresenbonij om hun

magt

eenlijk d=e magt daer toe zij in radsa Bonij

door toedoen der EComp. zijn gebragt: welke

zij haer egter liever souden onderwerpen, als die

vande E. Comp. ende dewijl het met apparent

staet, dat de EComp:e bij de macassaren oijt

sal werden bemind, Ia dat zij in tegendeel

dog aspireren steets

na hun oude vrijh.t

altijd aspireren sullen, tot verkrijging hunner

beteugelde vrijheijt, wanneer hun uijtgewekene

landgenoten, alomme verspreijd, ligt weder

souden overkomen: ouwmen van haer mogen

seggen, gelijk eertijts Cato inden roonisen raad,

staende den oorlog in afrika, adviseerde,

delenda est Carthago. d’eerste tijdinge,

nopende d’ overkomst vande heer willem hart

algemene onsteltenen

over de wederkomst

sing in qualiteijt van gouv.r, met 2. schepen

vande h.r hartsink

als gouv.r aa

en 200. Militairen buijten tijds, tegens ’t mousson,

den 24. september„ pass.o p.r vaertuijg van S:r

Iunius aengebragt, heeft een algemene onstelte

nis, en onder de macassaren, grote Consternatie

veroirsaekt: welke en geen andere redenenen

is oorsaek dat radja

goa na Ehinroma

d’oorsaek geweest is, dat radja Goa na Chinran

getrockenis

getrocken was, om zig daer over met radja

Bonij