Transcriptie
30:
Van Macassar 25:en Junij 1691
hem Egter noijt redenen daer toe gegeven, maer
wel verscheijdene weldaden betoont heeft: en wiens
die hem daerom zeer
haet
haer daerom tegens d:o hunus onversoenlijk blijft
gelijk uEd: bevorens reets gebleken is, en nu bij ’t
secreet rapport van den ondercoopman berghuijs,
indato 21. december 1694. (hier voorn reets
verlandelt) nader blijken sal sulx ik ook geen
swarigheijt gemaekt heb, van met mijn eerste
aenkomst te Condescenderen, in zijn Ernstig versoek
zijn versoek om verlossing m verlossing van hier gelijk dat, met d’omstan„
al ten eersten toegestaen
digheden, ter resolutie vanden 12.' februarij
„
passato staet aengehaelt; kortelijk behandelt
bij onsen gemenen brieff van 20: deser: het
voornemen was wel, om hem ontreni dees tijd
5
p.r de Chialoep Macassar van hier na batavia
en souw met de sloep
Macassar al versonden
te laten vertrecken, maer dewijl zijn persoon bij
geweest zijn
resolutie van p.mo en ’t dagregister van 2. april
pass:o, mede geconditioneert is, om voor Radja
bonij op zeker voor te stellene vragen te antw.,
ende dat zijn hoogh. sonder, onse Eenvoudige
teesegging, niet geresolveerd soude hebben, tot
afkomst, zal hij Iunius dan voor eerst hier
nog moeten Continueren, hoe wel gevreest werd
dog moet om redenen
nog Continueren
dat radja bonij door desselfs ongemaatigde passien,
wel weder in nieuwe beroering vervallen
mogt