Transcriptie
31.
Van Macassar 25: Juny 1693.
mogi, dat de tijd heren moec: die ondertusschen 'tatkomen van radja
bonij vertraegt
doorschiet, sonder dat Wij tot dato deses nog geen —
'tminste bescheijd van zijn hooghts vertrek uijt
Chinrana gehoord hebben. de originele brieff
de brief aend bondge
’t voorleden Iaer, door uEd: aende vergaderinge
noten geschreven gaet
nu terug
der algemene bondgenoten gesz., dog mits het
veranderde besluijt, nu niet meer nut zijnde,
gaet nevens desen Conform uEd„ apari speciael
bevel, weder te rug, om als 'er mij na gevraegd
werd, zodanig te antwoorden als UEd: voorschrift
dicteert. hiermede ho: Ed: gestrenge Ea
onderstom en was getekent Isaac van Thije,
in margine stont Macassar in’t Casteel Rotterdam
den 25. Maij 1695.
Rapport gemaekt en aen
den E. heer Matt. schenkenberg. opper„
„coopman, en tusschen tijds gesaghebber
nevens den raad tot Macassar overgelegt,
bij den ondercoopman hend:k berghuijsen,
van het gene hem tot Chinrana, in
bonij is ontmoet, en wedervaren
1
E: Heer en heren
Jngevolge d’ordre van haer Ed: de Hoge reg: tot
batavia, bij haer g'eert J.o Schrijvens van den 17. 7ber
pass.o vervat, en uE: agtb: besluijt de datto 2. deser
daer