Transcriptie
36
n
Van Macassar onder 25: Junij 1695.
ontkend werd, gelijk het ook niet waerschijnelijk is,
dat een moordenaer zijn aenslag soude Openbaren
dog off die laeste op die vrijwillige confessie
applicabel en niet bespottelijk is, laet ik aen uE agtb:
wijser oordeel, (dat mijn geringekennisse verre te
boven streeft) gedefereert, hiermede tot dus verre
in discoers gewest zijnde, soo nam ik voor die tijd.
alsoo den avond ons was overvallen, en zijn hoogh.t
zig tot het rusten genegen vond, afscheijd, en liet
hem in die verkeerde waer geworden, om dat sag dat
zijn swak gemoed, sonder 'tselve meer te doen
ontstellen, daervan niet wel was affteleijden, en
s'anderen daegs daeraen weder audientie verkregen
hebbende, wierd mij van zijn hoogh.t afgevraagt
wat die twee persoonen, die zulx ten haren laste
hadde beleden, stonden gedaen te werden; daer sijn
hoogh.t op diende, dat haer Confessie na batavia
was afgegaen, en dat het besluijt dienaengorende,
zoo vertrouwe, can Costij eerstdaegs te gemoet
werd gesien, op welk antwoord zijn hoogh:t in deser
- .
voegen uijtvoer
het is onmogelijk dat zoo een dapperman ( gelijk
den Coning van Camboro is) van wien men niet dan
goede verwagtinge heeft, tot zodanige quade en
verkeerde aenslagen kan komen te vervallen,
Maer