closeTerug naar inventaris

Transcriptie

48.

Van Macassar den 29:en Aug:o 1695

geen vrugt off nuttigh.t zou zijn bij aldien die met

de overgave van zijn wijf aan radja goa met

gepaert ging, dit wierd bij vervolg genoegsaem

getoond: want zoodra was het versenden van

radja biema, tusschen mij en radja Bdonij niet

geconcludeert, off zijn hoogh voegde daerbij, dat

hij de zaken vande biemase Coningin aan ’t overleg

die zake aan radja

en besluijt van radja goa reserveerde; dog dit

goa speciael

hier ik doenmaels zoo ongemerkt doorgaen

gedefereert

terwijl wij. volgens resolutie van den 2:en Iulij

den 4. d.o door twee leden uijt onse vergaderinge,

vergenoeging van radj radja Goe kennisse liet geven, vande Condem

natie ten laste radja biema, die zig daer men

goa, over 'tvanns

van radjabiema

over, bijsonder vergenoegt toonde, met verklaring,

dat hem dat regtveerdig connis ten hoogsten

aengenaam was; maer vroeg ook aenstonts,

hoe het gaan zoude, met zijn nigt, de biemase

Coninginne, daervan zij gecommitt.s verklaerden,

niet te weten, gelijk haer in zulk gevoel door mij

expres was aanbevolen te ignoreren, schoon hij

daeraf in rade, discoers wijse, reets wijdluffig

gehandelt hadden. hier op volgde den 6. d.o een

aansienelijk besendin

aansienl: besending uijt goa, uijt naem vanden

uijt goa, om de

Co.r van biemia

Coning en ’t rijk versoekende, dat ik de Coninginni

van biema, dog aan haar oom radja goa beliefde

over te geven, terwijl bij zijn hoogh.t ende

rijxgroten een dragtig besloten was; het huwel

tusschen haer en haer man, na de aloude wetten

van't land, te dissolveren, met allegatie van

twee exempeten: gelijk dat uEd. bij ons=r

Secrete