closeTerug naar inventaris

Transcriptie

51.

Van Macassar 29:'n Aug:o 1695.

dog dat ik daer over met radja bonij alvorens

de voorgenomene

eens nader et soude Confereren, gelijk ik den Conferentie met

21. d:o wel gepoogt heb, dog vrugteloos, alsoo radja bonij vrugteloos

zijn hoogh.t na de verhandeling vanden toe„

stant op 't Eijland Sumbawa en de versogte

assistentie tegens Tambora, (als van wigter

belang) de conferentie, mitstverergeren zijner

quael afbrak, en het verdere tot de naeste bij

eenkomst verschoof, gelijk dat bij onse gemerte

brieff vanden 26. Iulij relatijf tot het het

ontwerp mijner Notulen, uEd: reets geadvis:

is. zedert heb ik den 4.e deser bij ’t besoek van

zyn hoogh.t in bontuale, wel getragt d:o afgebro„

ke handeling te hervatten, te liever om dat

Cronenburg pi dap Tamnerburg dien dag hier

ter rhede van Biema gearriveert was, dog

de swakheijt des Conings (die in 5. Etmalen geen

ontlasting had konnen krijgen) was oorsaek,

dat ik niets verhandelen kon: sulx ik onsen

Toek (die te gelijk loos en getrouw, ook bij den

Coning wel gesien is) beval, de occagie.

dogis door Comp.e

tolk gesondeert

waer te nemen om sijn hoogh:t tesonderen

bij discoers

die mij dan wist te seggen, dat zijn hoogh.t

op het verhael vande onwilligh.t der Conningin

„ne van Biema, en datse Liever won sterven als antw: van radja

bonij

van haer manscheijden gesegt had: dat zijn

vrouwe praaeijes: zij moet zoo wel seggen, om

haer man tebehagen, zoo lang alsse bij hem is,

daer de eerste Coninginne 'thare bijvoegde

seggende