Transcriptie
66.
Van Macassar onder dato 29.' Aug:o 179
wanneer de vrouws vrijenden tselve ingeerden
en dat haer priester zulx als billik en regt
matig, Consonant met mahnniets geboden.
geadvoueert had, voorts dat de EComp. bij de
Contracten verpligt was, de landzaten bij haer
wetten en regten te maintineren, schoon die met
ons gemoet streden off met der Christenen regten oft
onse wetten niet over een quamen, gelijk haer
Ed: bij de aparte Memorie, den gouv.r ook hebben
geprescribeert. Maer boven dit alles, zoudemen
dienen te considereren, dat de voors. dissolvatie
en pretentie, een aanhangsel was, van het vannis
ten Laste radjo, radja Biema, ’t geen radja bonij,
ten tijde der uijtsprake, wel speciael aen ’toverleg
en besluijt van radja goa, reserveerde: en den
gouv.r sed.t niet duijsterlijk gebleken is, dat met
zijn hoogh:ts genegenth.t en sentinent volkomen
over een stemt: terwijl de eerste Coningin
poetrij dan Callille, den gouv.r (als onder de
hand) iterativelijk heeft laten versoeken, de
overgave van radja biemas wijff aan radja
goa, dog met den eersten te willen besorgen. sulx
te vresen staet, dat bij aldien die pretentie net
voldaen wierd, de genoeglijke reconciliatie
tusschen de E:Comp.s en ’t rijk bonij p.mo deser
met de decisie van het bewuste proces bewerkt,
haeft weder in duijgen raken, en alsoo de laeste
dwaling erger dan de eerste wesen Zouw terwijl
uijt de geallegeerden ernst, om de Coningin=
van