Transcriptie
is
95
67.
Van Macassar onder dato 29.' Aug.o 195.
van biema aan radja te doen overgeven, de vorige
monpeling en sustenue bekragtigt werd, naemlijk:
dat den gandschen toestel van zaken eenlijk
specteerde, om de Coningin van Diema aan
aroepalacca te koppelen, en hem alsoo in der tijd
te qualificeren, tot het regt op de beijde voor„
name lijken van bonij en goos vermits dito
Coningen berugt voor een deugssamen aert
macassaerse
ook vande hoogste en aansienelijkste„ Extractie is
Eijndelijk Notificeerde den gouv.r, dat zijn Euijt
kragte der voors. aparte Memorie harer
Ed: tot Conservatie der gemene ruste, wel zou
konnen treden tot de Executie, maer dewijl welgem.
Ed: ook aan zijn E: overleg gedefereerd laten, om
sig bij voorval te bedienen, van het advijs deser raad,
en dat d.o uijtvoering van slimmer gevolg werden
kan, bij aldien radja biema off zin wijff, door wanhoop
tot feytelijkheden tegens hunselven off andere
quamen uijt te spatten: zig in dese zaek liever
van tadvijs der leden deser vergadering te willen
bedienen; sulx dan na overweging van saken,
bij ’t Colligeren der stemmen eendragtig g'advis:
en geconcludeert werd, bij de versending van
radja biema, zijn vroup aan te houden, met dit
Onderscheijt, dat den oppercoopman Schenkenberg,
Corp.n Horman hand., en Cap:n Luijt.t suuring,
best oordeelden om reden, in de verleende acte
voormelt gexpresseen, dat de Coningin
Jan biema, bij haer moeder in't Campen
baros