72.

vijdag 12.

Van Macassar onder dato 29.en Aug:o 1691

sijn hoogh.t te confereren, dog dat door zijn hooghts

continuele ziekte en pijnlijkheijt, geen occagie

had konnen aantreffen &.a dog wijl zijn hoogh.t

nu wat beter was, als sed:t eenige dagen herw.s

dat ik welinclineren sou, morgen ogtent ten 7.

uuren bij hem tekomen: ten welken eijnde,

den Tolk ferdinandus na bontnale ging,

en ten 6. uren (alsoo den Eo: lang geslapen

hadde) retourneerde met bescheijd, dat als

zijn indispositie het toelieft dat dan morgen

ogtent ten 7. uren de boeekay senden Zouw

d.o Smorgens ten ½ agt, werd ik door 4. princen

off Coninx kinderen met de bolekai off draaghetel

na Boutuale afgehaelt, en voor ’t hoff door arer

Palacca en aroe Tanette Matoea, ontfangen,

ook boven op 'thuijs door de eerste Coninginne aan de

twede deur Eerwellekomt, en bij den Coning

gebragt, die op een schraeg, op 4. stoelen staende

zal. 't Eerste dat ik verhandelde, was de

zake van mijne voorstelling, om den eed

en belofte van getrouwigh.t vande gesanentljk

bondgenoten te ontfangen, en terwijl die nu

op Citatie des Conings alle bij een waren

Excepto radja Loeboe, versogt ik radja

Bonij, dat beliefde de baleeuw ter geleger

Plaets te laten opregten. ook dat de Coninginne

de moeijte beliefde tenemen, om de Cost en

verdere Toestel tot Tractement der bondgenoten

te