Transcriptie
76
Van Macassar onder dato 29. Aug:o 164
de middag roepen liet, en versogt dat ik dog,
nevens zijne groete, aan haer Ed: sijn swacke
toestant en pijne l siekte wilde bekent
maken, en dat dierhalven hem wilde excuteren,
over dat nu met het aanstaande vertrek
van Cronenburg niet in stoeet was van te
konnen schrijven, dat ik ook nit vergeten
moest, alles te schrijven, dae zijn hoogh.t in die
conferentie van zijn genoegen en genegenth.t
hadde geuijt, en dat zijn hoogh.t op dietroostel
woorden harer Ed: ook tbesluijt genomen had
op boutuale
„
sulken verren weg, uijt Chinranc„ over Land
en zee te reijsen, alhad hij ook op de weg
moeten sterven; terwijl hij bevond, dat alles na
zijn verlangen en hoop was gesucced.t. dese
redenen besloot hij met Ernsiige drucking
van mijn hand en hickende tranen. daier
mede ik, onder toesegging, afscheit kam,
en ook vande Coninginneu: maer mijn
vrouw persuadeerdese om te blijven, tot savonts
na vijven, en ik quam ten ½ eenen, op de
hete middag in’t Casieel. den toekferdman
dus berigte mij na de thuijs komsie dat de
rijx groten onder Elkander inde boegise Tale
lang over de zaek van Tambora geconsuleert
hadden: en verwagtende geweest waren, dat
ik daerover soude gesproken hebben: ook
onder de saeek van radja biemoe en zijn tijf,
wilde hebben, dat hy mij zoude seggen, dat besloten
was, gecommitt. van Wegen zijn hoogh:t
na
—