Transcriptie
85
Van Macassar onder dato 29:en Aug:s 1695:
goa was ook gevrraegt, off radja Biema niet
eenige slaven en slavinnen tot dienst van zijn
vrouw zou mogen contribueren: die daerop hadde
gesegt, zoo hijse wilde schenken Ia. alwor hij ook
geheel Diema geven
radja Biema het antwoord van radja goa, door
den tolk bekent gemaekt zijnde, zeijde en versogt,
dat de klederen en slaven, die hij aan zijn vrouw
soude geven, bij Inventaris door gecommitt.s
van onse zijde mogten werden overgelivert.
dog den gouv.r Liet ontw. dat dit van moeyte
en gevolg sou zijn, wilde hij iets geven, zoo
Moesthij er intoekomende geen pretentie maken,
en het rekenen, als off hij het aan iemand
anders vereerd hadt
—
Maand: 22. d.o smorgens ten oegt uren quam
radja bonijs Tolk Carre lessan seggen, dat radja
boni nu wat geworden zijnde, voornemens
was en algereet stout, om bij den gouv.r te komen:
berigtende den tolk met een, en uijt sig selven
dat den Coning in grote bekommeringe was,
over dat ons volk in optogt na Tambora
zijnde, eenig ongeval mogt aantresten. Ey
als op 'tuijpen aanquam, door die van biema
en dompo mogt verlaten werden. zulx den
gouv.r zig ten hoogsten verwonderde, over die
schiel. beterschap, terwijl uijt alle rapporten, soo
van onse als Coninx dienaren, Consteerde,
dat