Transcriptie
6.
redement vande ladinge
van't Iagebantam
Van Ternaten den 10. Julij 1695.
de goede harmonie met het Termataen, en tidorse hof
zoomeend den gouverneur regtmatige redenen te
hebben, den almogenden god te danken, dat die hem in zijne
drie Iarige bestieringe, zoo veel heeft gesegent dat
alle scribbelingen, welke door de venderhande huneuren
van diverse vorsten, in dit mijd uijtgebreijde gouver„
„nement, bij na als eijgen zijn, tot nog toe zonder eenige
een
naemwaerdige beweginge aen tog zijde gelegt; en
sonder iemants verkortinge, ten besten van Comp.s
belangen heeft weten in te schicken
—
de Contanten, Coopmans.z, Equipagie goederen, en
Provisien, die uEd: hoa. hebben gelieft per desen bodem
toe tesenden, zijn ons wel geconditioneert toegebragt
Excepto een leggerzek, zijn wan 10. duijm. 2. d.os
arak, d’ een 8. en d’ ander 9. duijm wan.
Een pot bengaelse boter genoegsaem gantsledig
zijnde weder ter Contrarie een vat Pik meer
bevonden, als bij de fectura werd aangewesen,
zodanig als VHoEd: met de vereijste omstandigheden
uijt de schriftel. bevindinge, door gecommitts
bij de ontlossinge gestelt, en nu bij de overgaende
papieren, op het generael register onder n.o 21.
bekent, des gelievende, sal tevoren komen; wij
hebben ho: Ed: heren de scheeps officieren over ’t
subject van voors: vermiste aengesproken, die
daer op aan ons hebben ingediend een verklaringe
tot betoninge van haer gepretendeerde onschult;
welke gesterkt zijnde, met de redenen die Even
Geciteerde