8.

w: boeken in rade

g'examineert

stand derselvige

Van Ternaten den 10:en Iulij 1695.

wij temeer gesterkt meende te zijn, om dat voors.

vander mast, buijten zijn dienst van Secretaris vande

Justitie, de secretarije van politie, gedurende de absentie

vanden ondercoopman en sects. pieter alsteijn (die

veelmalen in Commissie is gebruijkt geworden) alleen

ten genoegen heeft waergenomen; onse Intentie HoEd

heren, strekt geensints tot limitatie van VHoEd:

onbepaelde wille, maer eenlijk om, zoo het ons, onder diepe

eerbied gepermitteert is teseggen, dat het smertelijk valt

dat suppoosten, dienssugt en hoop van verder vordering

hem aandrijft tot yverige diensten, dat die door

geordonneerde optredinge van nieuw aankomende

personen, van wat meerder qualiteijt, buijten alle Hope

—

van verder avancement werden gehouden

Bij de I.o onder ult.o februarij gesloten, en als nu

mede tot uw HoEd: overgaande negotie boeken van 1694.

en 1695., die wij in navolging van uw HoEd: seer

g'eerde dispositie, ons bij Extract resolutie van 6. 7ber

1694. aenbevolen, den 7. deser in rade van politie hebben

nagesien, en waerin ons geen blijken van Excessen zijn

tevoren gekomen, off waer ontrent wij niet weten, dat de

Mesnagie ten principalen meerdersouden konnen

werden behertigt; zal VHoEd: komen te blyken, dat de

generale ongelden op dit hooft Comtoir, en d’omleggende

klene residenten, Excepto het Comtoir Manado,

en tresort vandien, in het Iongste Iaer gesupporteert

een Somma van ƒ 6236.—.—. minder zijn geweest

als het Iaer bevorens, want toen bedroegen. deselve

mede

_