closeTerug naar inventaris

Transcriptie

6957

Van ternaten onder dato 18:'n Iuly 1695.

welke persoonen daerinne nalatig bleven

Wijders klaagden den Coning dat verscheijde mijden

van andere Eijlanden bij de zijne quamen overlopen,

en na dat aldaer getrouwt waren wederom na

hun land keerden, hier op antwoorde den vendrig

dat zijn hoogh:ts pligt was sulx te beletten en hij

Christenen zijnde in geenderleij wijse konden

nog mogten met heidenen inden Egt treden, en

gevolglijk niemant vermogens was te ruwelijken

voor en al eer hij het Christen geloof hadde aengeno„

men, en door den predicant in die staet wierde

bevestigt, t gunt hun scheen wel te gevallen, gemerkt

den Coning daerop tekennen gaffen 'er nog twee

en vijftig persoonen, waer onder hij en den Cap:n

Laut een dogter hadde, onder de heijderen woon„

agtig waren namentlijk:

30.

op het Eijland Lierong

19

op Carkelang

op het Eijland nosa 3

52. persoonen

tesamen

Jnsgelijx wierd opgemelte vendrig door den

schoolm:r berigt dat den Coning en Cap.n Lauwt, boven

hunne getroude vrouwen, ieder een bijzit waren

houdende, en dewijle sulx persoenen dewelke de

gemeijnte met goede exempelen behoorde voor

te gaen, en andere daerover te straffen, geensints

betalende, soo berispte hij vaandrig hun lieden

dierwegen

31.