Transcriptie
169.
Van Ternaten onder dato 10.' Iulij 1695.
Translaet van seker Maleitse
dag aantekening door eenige taboekanders
gehouden, tot Ternaten aangebragt,
4
dato p.mo Januarij 1695.
Een tijde den 18. Iunij 1694. wij op Talaur inde
negorij Lirong waren gekomen, heeft latende daegs
daeraen de twee Cap:n lants met name baijlang
en babale laten roepen, en hun de woorden van den
Coning van Taboecan te kennen gegeven, waer op
zij antwoorden dat zij dog in oorlog waren, zoo
zeijde halende weder dain daer als afgesanten
van ons Coning quamen, om hun het swaer
uijt de handen te doen atleggen, en hun opgeworpen
vastigheden aff te breken, en bij aldien zij zulx wonden,
geloven het welwas, maer anders haddense hunzin
te doen, gingen dien dag na Lirong bij den goegoega
ruijm, wien wi het boven verhaelde te kennen gaven;
zoo zijnse op den 29.' aug.o met den anderen wederom
vereenigt; zoo mede heeft lalende tegens hun in ons
presentie gesegt, bij aldien er meer volkeren van den
goegoegoe ruijm mogten wesen die de negorij Cabrowan
hadde verlaten deselve soudense weder na hun nogorij
doenkeren, dog daer isser geen over gebleven maer
zijn alle op den 9. Januarij 1694. weder na hun
negorijen vertrocken
Nog eensdeels wij hebben de woorden vanden Co.
van Taboecan, door desselfs afgesanten gespreken
aangehoord, dewelke zeijde bij aldien den Co:
eeen
63