Transcriptie
196
Van Ternaten den 10.e Octob:r 1695.
met sufficante getuijgen werden bewesen, en hee
yverig hij zig in al dien tijd, ontremt de nagel
visite heeft getoond, geblijkt bij desselfs rapporten
waer van een periinente, uijt trecking van
alle desselfs omgevelde boomen, en ook besijden
dien van zodanige als door mijn in drie Iaren
zijn geruieert (onder eerbiedig welnemen
P.r de Chialoep van den Chinees ongswanko
Particulier aanden Ed. Heer direct.r gen.
Joan van Hoorn zij afgegaen, niet Onder
„danig versoek, uEd: gelieve daerinne tezien,
datmeest alle die door mij zijn omgeven
vrugtdragende bomen zijn geweest, en in
tegendeel de zijne kleijne en onvrugtbare
boomtjes; En hoe dat hij de Eijlanden kage
en Capij, van het schadelijk gewasch, volgens
voorgeven zoude hebben gesuijvert zijn valsche
en vercierde verdighelen, alhoewel al inden
Jare 77. sulx aan den E:d: heer robbertus
padbrugge, heeft derven overbrieven daer het
nogtans waeragtig zij, ged: plaetsen, noijt
als door mij zijn ondersogt, en van een kienigte
vrugtdragende notebomen gesuijvert hebbe.
kheebe niet konnen afwesen Ed. Ho. a. Heren
eenige gemene staeltjes, en onder een iegelijk
bekende voukjes, wegens het gedrag van
veel gen. Pieter zijn in desen te laten vloeijer,
ten