closeTerug naar inventaris

Transcriptie

12

Van Caeubin Den 9„e Jaurij a„: 1738.

hebben Vercogt, en nog voel 2 a 3: :o daar voor soude te vertieren

wesen, Jaaar oordelen dinrstiger tselve uijt te stelen, ter tijs en woole

vernemen of die pruijse met haar ho: Ed:s genoege overen komt

de daageijxe aankomende peper, doet onse Contansen vell verminderen, en tot

betaaling van de gaarnen en Indigo niet naamwaardigs boven 2000: rEd=rs

buijten den amplioem overhouden, dier halve ter gelegener tijs nog E e 6000: red=s

tot blaring de gpm: nagtie als andere nodigheebre, gebienstig van haar ho:

Ed:s versoeken, dat de gevonderde 100: Lasten rijs, 'tsaam gebragt, en in gereeth:d

Legt bij onse nnderige van den 15=e xber: pas:s aan haar ho: Ed:s terknnisse

gebragt zijnde, naeen wij de brijs:r vant selve nagmaals te renovoren; En

buijten dien geen derdere stoote vindende om desen uijt te brleijden, sullen

oag eijndigen ∓c=a (ondeston:) hoog Ed:le gestrenge geoot agtb: Emmtf:

manh: wel wgse, voorz: Zeer generente E: en heeren, uE: Ho: Ed=s

onderdanige en gebeigende dienaarm (getekent) Con: Bongeldee

3„o V=n Amerijs van H:n de Cheijbon aaij 9:' Ianarij 1708.

(Lagerstont) P: S: dabreekeninge van den onderm:r piscator is aanden

Zelve