Transcriptie
26
Van Cheribon den 8„e Maart 1708: —
neven onde voorige getilis van dicaten, buijten welke Eerlange ten eenemnaal
van paijament bedigt zijn ontboot te raaken, also 't restaat iet: febuarij
miet boven 3: duijdert rx: bedraagt, tt geeng woi ten aansen, van haar ho: Ed=le
gementieerde schaareh:r in paijament by misive van net: Janarij J:r Leer
dienstig agten te allegeeren, en met eenen nader te adverteeren
de gereeth:t van de preangse negotie goedertjens, gaarnen &c:a, tot welkers —
afhaal, als de Iuvvoorraat Leggende uijs, wij volgens haar ho: Ed„le toesegging
schrpe muijnte te gemoes sen, ter accagie van welke, 't raanglaten kund.
—
van den hier overleeden smit barent desen van grooen, Contorm haar ho: Ed:le
Consertaie in bovergeiterde missive van den b:e Sebruar vernelt, nevens
de nalatenschappen van den overleeden, aan heeren welsmeesteren Sullen oversenden
Waar wede &c:a ho: Ed:l getr: groot agtb: E: Eints: manhette wel wijse
Voorz: Heer genereuse h:r en heeren (onderstont) uE: ho: Ed:e oodmoedigste en
Zaen Verpligte dienaaren (waas getekent) Cornelis Jongbloed, I: Lomanus
en J: Van Arrawijne (van zijde Raat) Cheibon int N=ro
fortres adij 8:e Maart a:o 1708:
Verdrag
B