closeTerug naar inventaris

Transcriptie

Van Cheibon den 8„e Magt a:o 170.—

aan den prince den panambahan distererende, gelijk den pangerang area ten

dien opsigte daar van renuncieerende, en bereijdwilig aannam, die ged:e volkeren

met de Landen en negorijen, daar toe specterende, aan syjn oom den panambahan

gem: te sullen over transporteeren

Ean soe beloonde en verklaard ook den pangetang roere Coubonna, dat de G00:

huijsgesinnen van de hier bovengem=te 800: d:o genegentlijk sal laten bepareren

van der selver geregte heepte op de hier vooren aangeroerde daniere ten

behoene en genoegen van den princte, den panambahan Cederen en daar van

afstant te doen.

Aele welke voorsz: Conditien Vvermits avan dapprobatis van ons gesomentlijke

princen zijn, en ten vollen met onse Zunnelijkh:s quadreerende, behalven

dat noog daaren boven tot meerder Consement: van onsen oom den panambahan

om Eens teenemaal van alle disoulen berrijp ten begven, den selven het

derde gebdeete van dincomsten der Chinebouse thollen, soo als tselve inden

Jare 1725: ter ordre van haar ho: Ed:s gerigt, en gedetermineert is mede

zullen laten behouden en genieten

Beloven de

31