closeTerug naar inventaris

Transcriptie

46

anr Chcibon Joban P„oe Mart 105:

mij aanbevolene zaken ovange dese custe ter Execitie te gaan stelen, vertrok

ik op:

den 9:e februari p:r de pantchial: de beschermer, de gorsoeken en de veger Surijs van de bataniae, denae

en door ’t al te hant ontsiane weere en vijnd ondoenelijk vindende tot Indermaijie

invoege als anders, ’t comncept zag aan te hoopen, en niet raadsaam inde

ontstuijm Zee omtrent die plaatse Lange her om te swalken, sellede ik

onder godes Zeegen, de reijse voort direct naar Cheribon, en dies rheede ongeveert

op een uug genadert zijnde verscheen bij mij op.

den 10: domtrent ten 6: uurem, avonde aan boort den Coopman en resident de Cornelis —Vrijden

7 en dus ten 9: uuren daar aan op Cheribon, tsamen aanlandende ontmoetede Ik

op krand de Vier princen regenten deser Landen, welke mij trundelyk verwellekomt

en binen 't EComp:s goetrede gecondriteert hebbende naar wuijn een halv mner

Vertoevens weder thuijswaart keerden

den 11:e d:o Smaagens van de princen regenten hinne gesanten in 's E Comp:s vestinge gesonden

ende militie int geweer getrocken zijnde, wierde mijn Commissie onder de

gewoone Eerbewijsingen den volkeren, behooreijk en wullijk voorgelesen, en

onder