closeTerug naar inventaris

Transcriptie

zonder

Van

Cherbon /anaer d:s Mart ws

onder de toehoorders, van dien ende de gelicitanten thoost van Indermaije den

Jugalij wiera zoodra, sig meee vertoonende onder ugtinge dat wael 2: a: 3: dagen

voor mijne aancomste alhier present geweeest was, Jntormeerde Ik mij bij des occagie

ontrent den selven, nader tobtant inde gesegde vander van Iudermaije in welke

venpagtinge datmeen vanden rasibouw aldaar ten geun Iare konde nemen

Ende denselven al klagende betingde wagens ’t gewask in die Pandsreken, sig tot

Rheden niet te kinnen verclaren, vermits door ’t geborek van regen, of de noodige

toevloeij vant water, de Landen tot negtoe ombeplant, en onbruijkbaare Lagen

dog dat soo ora ’t den almogenden gelievde hunne Landen naar Eijsch tebevogtigen

hy ’t aansyn zijde gemnsins soude Laten manqueeren van den rasebouw na alle

vermogen te doen voorseten en Eijveren q gelyk hem bulix ook wel Ernstig recomman„

„derde, en op dat Juljet todens verstont, 't int distrinct van Cheribon, op de zelve

wijde gestelt, en nits tselve gebrek nog weijnige of gene naamwaardige landstreken

beglant te woeden

de voorn: gesanten onderwijlen na hunne meesters te rug willende gelastede Ik aan

Nomen 1s

de zelve hunne heeren de dier princen en regenten uijt mijnen

verwoittigen

47