closeTerug naar inventaris

Transcriptie

56

Van

Cheibon Sin aen d„e Murt 1708

Zoude Enkennen respectieren en gehoortamen, en deseles te gevene ordresinde

ged:e qualcte prompt obtarveeren en involgen gelijk de pincen regenten, de kied

Verste porincten, ende de mindere bevelhebbers nevens de gemeente, ’t andere aannamen

en beloovden nauworeerig te Zullen velbrengen En.

dite de Expinatie van de op den 12:e versogte tijde uijtse, bediende Ik teboeus

van dese occagie, tot Iullijdinge predicaerende, dat tewwylen de preodance

Nande mij aan bevelem actaures gen Lang vrtooven ter dezer plaatse konde

velen, wel wenschte van haar princen regenten te werden Verstendigt hoedanigh

en walse ter vergenoeginge van den panam bahan onderling hadde goetgevonden

te beraadheagen

Waar op de vangerangs de patti anum en aria Cheribon responderden te persisteren

bij de overgaan van uitij praija, en Wiaat macka in Vergoedinge vande 800:

huis ponmen van soobagaan dante geroghaam berkten den panembaesen

anders niet te bevreedigen zoude zijn

den pangerang Coubina versogt de soor houpge unen van Canoman terugge,

onder aanveesinge dat die van gabang soo wel als die van niti graija