closeTerug naar inventaris

Transcriptie

60

Van Cheribon sa den 8„e Mart A:o 1748

aria, dat die hem panembahan na mijn depart huijdeigen Morgen, al vry hart

begegnde, net byvaginge dat hem hier bijsonder vermitende, ook tomvreden

was, omtrent t guijsigen worgen in vergaderinge besleten, onder andernaee

ooemoedige peicie dat ’t disrict van gabang mogt Erlangen, en daarentegen

de Huijsgelimen van Camaman Jnt gehel quiteren

Jn dange overuier aanden panambehan dat nit anders konde lonken of e selide

ontfangen bejegeningen van den pangerang aria moesten ootstaan uijt de

Evenbevoorens, in de vergaderinge gepasseerde woorden wisselingen, en dat daar

door quantuijs nader Hem panambagan, tragtede te overtuijgen en vant Concept

ten ovsigte van de Landtreeke gabang genomen, te meerder te diverteren

en af te Leijden, en wilen ik dat Zuijst, voor geen Effectiefe quaataandight

aansag en ook tselve de gesamentlijke princen regenten hader Belide te

Jnhereren, omtrent hem panambagan te Eviteren, dat sig daar aan

tegenwoondig niet wiede kreunen hem panembahan versekerende van mym

gunste Jnd oovern de gesteltd:r en schikinge van saaken t 'toehiet en den

adsistent van anrewyn ter zijner presentie, na den pangerang arva

afvaardigende