closeTerug naar inventaris

Transcriptie

173.

Van Cheribon Jis ard C:e e 2e4

Een Ed: Saeraang Coomirarden aan mij de Cuij te ovar nagera, eronagera Donderdagh

en marta Laija dat hun door gesanten avan den depati eaija diningaat

was aangesegt, den Sousouhounang, aan hun depate ’t gezag over de Zeefranden

van damak af tot brebes toe hadde opgedragen en aanbevolen, en daar nevens

dat hem depatty Evenwoel daar voor niet eender Mlenden te respecteeren

ofte gehoordamen voor dat hun tselve EComp:s weegen, en van den Sousouhounang

gelast woerde oversulx ik hun beloopde op mijn arrive tot Samanang mij

omtrent die saake, als daar van 'teenemaal onkundig Zijnde te zullen

Jndoumeeren en hun indrent soodanig ontwaarde daar over ’t noodige

ter narigt aan ten schrijven

tavonde ten 6 uuren van de gem: preijs ende den resident Cehrigfofkel waling

scheijende transporteerde ik mij op de pontejallang danden Chinees

Sabandhaar thonio, en mits 'thandsame weer ten eersten reijse oostwaarts

ondernemende behap ik bragts ten 10: uueren na grodinge de zoodanige

hande wijnden, dat daar van 'tzeijl uijt de Eijken scheurde, en mensig genoot

=saakt sag op

ngaegn