Transcriptie
53
Van Banda Den 26:' Maij 1753.
wy oordeelen voor de
Comp: niet ondinstig te
wesen dat de oosterse
provintie besonder aan
soodanige posten die door
militairen moeten worden
bewaart en alwaar wij
nig of geen speurijen groeyen
wat meer met Eurapeane
worden gepassuleert maer
dat uE: het nieuwlyx aen
gekomen opperhoofd antonij
kurt op zijn Eerste versoek
om uijt dat ongesonde
Cheuraat te worden afge„
„last aanslonds wederom
hebben gelicentieert om no-
batavia behoudens qua
„lileit en gagie te mogen
opkomen konnen wi
geensinto goed keurende
wyl dat een saak is die
aanloopt tegens onse or
dres en wel insonderh:t
die van dato 16. Junij 1720
mede brengende dat
men dese provintien
so ligtelijk van opperhoofd
niet moet doen veranderen
ook
zoo als wij„ tot ons uytterste
misnoeger uijt de brieven
der