Van Banda Den 31:' Maij 1753

buijten nadeel aen hunne specerije

perken van haren debit niets kon„

„nen afseggen, soo heefd hy sig daar

mede moeten gelroosten en sal na

onse gedagten voor eerst geen meester

van gem: uijtstaande penn: kunnen wer

den ter oorsake deperken daar

gem: van Eps 's moeder geld op

beleend heeft soo wel uijt de hand als

bij vendutie sonder dat gemelte Capi„

taal daar op blijft genoegsaam

onverkoopbaar sijn ten waere uw

Hoog Edelens na herwaard geliefde

tesenden eenige gelden uijt het Casti„

laal der onbekende wesen om onder

’t passeeren van neuwe schepen ken„

nissen aen de debiteuren van gem:

Van Eps Smoeder /:dewijl het

alhier sijnde Capitaal der wesen en

arme middeen voor ’t meerongedeelee

op Perken uijtgeset is:/ af tegeven

dit dan het Eenigste middel sijnde

dat door ons om hem aen sin

guarand tedven komen kan uijtge„

dagt werden vaart denselven met

onse voorkennisse, per ’t schip voor

„nik weder tot uw Hoog Edelens over

waar mede wij desen onder uw

Hoog