Transcriptie
169
Van Banda onder dato 31:' Maij 1733
en harde gronden so konnen wij /:met
eerbied gesegt:/ geen beter middel uijt denken
dan de fecten van ’t gem: schip insoverre
als het doenlyjk sal zyn, ter reede te laten
verhelpen ende gerote groote 2. voelen
nevens d’ andere kuilen niet hout was &„o
soo veel doenlyk is te vullen en vervolgens
met een door gaende stukhout te overdecken
om so veel als mogelijk en bij te brengen zal
zijn de voorsteven te versekeren en verval
„gens ook ’t onder Eijnde van de schegd die buij„
ten ’t ankeren van dien bodem alders niet
veel heeft te lijden na welke reparatie wij
oordeelen dien bodem inslaat zal syn de
reijse na Batavia onder den Zegen van goe„
almagtig te konnen volbrengen
waar mede wi verhopen uEE: g’eerde
bevel ten genoegen sal zijn volbragd door
de geene die de vrijheijt nemen haar met
eerbie tenoemen /:onderstond:/ E: gebiedende
Heere, VE E: gehoorsame en verpligte
dienaren /:was getekent:/ A: lansbergen
Pieter Jerges F: J: V: Esten A: glas-
Pieter van der slaer J: v: den fluijs
J„n V: overbeek /:ter zijde:/ Banda.
den Eerolm Appril 1733.
Over welk een en ander mit aandagt
gedelibereerd