Transcriptie
203
Van Banda onder dato 1: Maij 1733.
gekomen is een impotente gecondemneer„
de die ter genesing, en een drosser ter plaet„
se daar hij behoorde besteld is en dan
nog 12 stux onbequame bylmn hebbe ik
wel ontfangen voor de laatste laat
k ul: thans toekomen soo veel nieuwe
1
90
d„ in die verwagting dat het werk met
ernst zal werden voorgeset en ul: mij.
niet meer met zulke onnosele straatjes
sal tragten te paijen dat de werklie
den meest ziekelijk soude zyn maar
veeleer dat ul: na syjnen pligt besor„
„gen zal dat er een redelyke quantiteit
kalk ten spoedigsten gebrond werd de
wijl ik van meninge ben de binnen
korten te laten halen tot gebruijk aen
’t Comptoir waijer op dat ik buijten
verligent hed moge blijven en met
genoodsaakt werde een ander tot op
sigter over de kalk evens ul: toe te
senden dat voor dit maal nog werd
nagelalen kunnende ul: aen demarinije
het ordinaire kost geld geven en het
werk dagelijx na verEysch gade slaen
ende mede gaande lapdoos laeten dienen
tot gebruijk van de tot Costy sijnde
militairen gecondemneerdens en Lijf
Eijgenen sullende de slypsteen bij eerste
getegent heijt