Transcriptie
267
Van Banda onder dato 31:' Maij 1733
in't Casteel nassauw den 17:' Jan„
nuarij A: 1738. —
Plo
Cai„
Aan D: E. Jacobus Augier
Coopman en onderhoofd
aldaar
Eersame vroome, Discrete
na het afgaen mijner laasten sub dato
7:' deser sijn mij geworden uE: drie brievjes
van dienselven datum daags daar aen en
gisteren gedateerd waar uijt gesien hebbe de
aankomste van den korporaal Simon
Hendriksz: /: wiens debiliteit ende daar
op gevolgde herstelling mij bevorens uE:
daar op Communicatie bekend en dierhal„
ven onnodig geweest is:/ en drie matroo„
sen als mede dat uE: was oversendende
de in potente Zoldaten Willem de vos
en Pieter Daalman met haar volle
geweer mitsgaders den matroos Barend
Pastoor welke lieden in’t Hospitael
besteld en de geweeren op de wappenkamer
geborgen zijn Jtem dat uE: van de
percq=s werderom ontfangen hadde 8.
socq„ gesorteerde foelij van welk gewasch
mij bij retour van de pantchialling de kraaij
toe