Ge

Van Banda onder dato 31.' Maij

den pandchiallang De kraaij den 12'

deser wel ontfangen en uE: g’Eerde

beveelens net schuldspligtigheit g'obser

veert oe deselve bodemtje met 12. p:s

sitters van 10. duijm in het vierkant

en 6: buijk stucken van deselve dikte

den eene wat krommer als den ander

moeten beladen 't welk meeste waart

klaar legt, maar met soo gon bij der

hand kunnen krijgen, daar over de

pandikiallang niet lager kunne op

houden dezelve weeder overkomt met

Zyn lading met 100. ende 60. stucken

kromhouten deslaven seer sweijnig in

gelal zijnde om by het eene werk te

laeten doen soo is 'er eenige bij de kalk

alren noodsakelijk bij gesteld door het

hoog water dat het niet soude weg spoe„

den gelyk eenige tonnen zijn weggespoeld

dan ik versoonlik met den Corp„s

en den stuurman zyn aanstonds na

toegegoen en hebben laeten voorwesen

„ uE g’Eerde om schrijf, napier ’t welk

versoeke„ den vertrockende Zerg:t

„ heeft benevens inkt pennen en ent loot

deselve niets gelaeten wegens passeer

'telk niets meer hebbende om Eenige

Comp:e dienst meede te kunnen doen; netls

meer hebbende om dese teverlengen sal

ik afbreeken met alle eerbien en

onderdanig

379

A:o 1733