Transcriptie
Van Banda nder dato 31 Maij 1735.
augustijn Willemsz: met de eerste
alhier komende pandchiallang mogt
oversenden nademael daar anders met
dan een groot ongelak van staet en
verwagten gelyk hij opentlyk gesegt
heeft ten eene of ander tijde nog een ee
zullen vermoorden gelijk hij on
langs nog een van zijn medemakkers
met een parring in den armgekapt.
heeft hoewel niet veel van importentie
waar over ik hem wacker met rot
tings heb laten af rossen en om verder
ongeluiken teverhoeden en voortiko
men so versoeke. ik u EE: resp:te nog
maars seer Eerbiedig dat mij p=r de
Eerste aanstaande Pandchiallang genoemde
Willem mogte werden verwisselt ende
een ander en zijn plaats toegesonden
nademaal den alhier gecondemneerd en
Carolus bandances wegens de spring bonten
in't werken g’incomodeert is soversoe„
ke uEE: resp=te dat ik den selven mogt
laten uijtslaan verblijve /:onderstond
als voren /:was getekend:/ F: Arentsz:
/:ter zeijde:/ rosingam den 26:'
maart a: 1733.
Neira