closeTerug naar inventaris

Transcriptie

403

Van Banda onder dato 31 Maij 1733.

degemeene trop is.

wijders versoeke als dat uEE: mij

tives putzen geprepareerde perziaans

rode mogte toesenden dewyjl dedeuren en

vensters en het verdere houtwerken alhier

meer door het nwateren vergaen, als melde

wel van ouderdom verklijten d’ alhier zijnde

twee bijl timmerleden konnen uEE: wanneer

het uEE: sal believen weder toekomen

nademaal deselve voor dese mael alhier

niet meer benodigd zijn en alles so veel

doenlik is geweest heb laten versorgen

zullende het onbequame ijserwerk van

deur en vensters met gem: timmerlenen

oversenden en wanneer uEE: mij het

selve wederom zal believen toelesenden

kan het selve wel aanspijkeren sodat

gem: timmerlehen alhier op het selve

net behoeven te wagten; verblijve

/:onderstond:/ als voren /:was getekent:/

F: Arentsz: /:ter zijde:/ Rosingam

den 22. april A:o 1733.

Neira

aan als voren

Jn naarkominge van uE: E: gereswee

teerd bevel vervat bij bekomene Eir

„kulair briefje van 22:' deser heb ik

de