Transcriptie
411
Van Banda onder dato 31' Maij 1738.
Neera
aen als voren
mijn Eerbiedige letteren van dato 6. deser
wilck geensinto dubiteeren of zal uEE
met de behoude aankomst van de pandchial
langs D’ onbedagsaamheit en D' arouw
wel zijn toegebragt weshalven ik
niet kan manqueren om uEE: ’t adver„
teeren dat d’ specerij Cultuurs onder dit
district gehoorende op den 8:' deser maemd
maij een tantum van 21. p:s socq=e raatsen
2. halve d:o met gruijs foelij aen d’ EComp:
gelevert hebben en aangesien den Eerw:
Heer Samuel meesius donderdag J„o
leden tot ’t bedienen van 'T heeren hoog
en heijlig avondmael alhier per oremboeij
is verscheenen ende Zuijd oostewind intrs„
schen tot nu zoodanig zig verheft heeft
dat zyjn t Eerw: met een orembaij zig
besevaert van om herwaarts derijs te
onderneemen over sulx gedagte der
waardigen heer versoekt om met een
bequaam Zijlvaartuijg van hier afge„
haelt temogen werden zullende kor
telik des hier mede Eijndigen en na
hertgrondige groete onder presentatie
mijner dienst steeds thoonen dat ik
met