Transcriptie
an
„augustus 1732.
Banda onder dato 31:' May 1735.
voorts schreev d’ E E: heer protempore
gesaghebber weder een briefje aen boven,
gen: Zerg:t Jan hendrik riggers, waar
bij gesegd wierd dat sijn E: E: sijn bruije
van den 20: 28:' der verledene maend p=mo
deser en huijdigen datum waarmede al
hier was overgekomen een inpotente
gecondemneerde, eie ter genesing, en een
drosser ter plaatse daar hij behoorde
besteld was benevens 12. stux onbeq. bylen
wel ontfangen had welke hij thans soo
veel neuwe ditos bequam in verwagting
dat hi het werk met Ernst souw voort
senen en sijn E:E: niet meer met sulke
onnosele Wrantjes tragten te paijen dat
dewerk leeden meest siekelyk soude
wesen maar veel eer dat hij nasijnen
pligt besorgen souw, dat er een redelyke
quantiteijt kalk ten spoedigsten gebrand
wierd, dewijl sijn E:E: van meninge was
die binnen korlen te laeten haelen tot
gebruijk aan't Comptoir waijer, op dat
sijn E: E: buijten verligentheyt mogte
blijven, en niet genoodsaekt wierde een
ander tot opsigter overdekalk overs
hen toetesenden dat voor dit maal nog
weerd nagalaten kunnende hy aandemarmjo
het ordinaire kost geld geven, en het werk
dagelijx