closeTerug naar inventaris

Transcriptie

G

Van Banda onder dato 31

vindende behoorlyk laten inventariseeren

ten eijnde ul: daar van nette reecq: op

hun terug komst konnen doen, ende man„

„schap versekert tot ons overbrengen, mitsgad:s

het vaarthuijg of vaartuygen ingevalle

deselve niet konde mede vaeren de

grond boren, dan wel op eene der eijlande

laten liggen, so als de tijd en gelegentheijd

best toelaten sal recommanderende onder

tuffen d’ inlandse hoofden op ’t krag„

„tigste nevens onse posthouders, bij ver„

scheijning van sodanige vreemde swervers

haar uitterste debvoir aantewenden om

deselve te bemagtigen en in onse handen

televeren, dog dat niet konnende geschie

den en haar tot dies uijtvoeringe teswak

bevindende, als dan ten minsten te verne„

men van waar deselve gekomen en

wat. landslieden mitsgaders hoe de„

hoofden gen: Jtem door wee en ten

wat Eijnde uijtgesonden sijn, haar vervol„

„gens afwysen en geen deminste negotie

met deselve voeren, naar nauwkeurig

gade slaen.

Jns gelijx sullen ul: haar moeten in forme

ren of op eene der Eijlanden geen vol

keren van groot timor, en voornament„

lijk op lethij, kisser, en wetten daar

495

Maij 1733.

epteob: 1732