closeTerug naar inventaris

Transcriptie

463

Van Banida onder dato 2:' Mair 173

Septemb 1732

om als haar ter hand te stellen ul:

mede gegeeen

dewijl haar hoog Edelhedens bij haren

gedanen Eijsch uijt dese Provintie een

quaptiteijt van 80; à 1100000: lb Ebben

hout wanneer sulx in goede soort ol„

hier tebekomen is komen te vorderen

als mede en saeker soort aerde van

Couleur een weijnig na't gry strek

kende synde ligt blauw vermenge met

swarte tipjes en in sig selven seer vet

welke aerde inthangen der bergen 2 â 3.

voeten diep soude gegraven en door

d’ inlanders gen:t werden batoepoeang

soo werden uE: op ’t. Ernstigste gere„

Commandeert, bij de lands groten te in„

formeeren, of aldaar ’t hebben hout

groeijene en wat quantiteijt van ’t selve

te bekomen als mede of die soort

van aerde daar te bemagtigen is, soo

Ja sullen ul: 100. lb ongewassen aerde

en soo als ’t uijtgegraven is tot een

proevje of monster herwaarts moeten

brengen

wyders werden ul: gerecommandeert

so in te vuijle tegens de Contanten, en

kleden die ul: ter somma van twee

duijzent rd:s thans mede gegeven

en