closeTerug naar inventaris

Transcriptie

§336

§337.

§. 338

Schoon een groot deel van de Gamber op

Riouw geprocureerd nu hier gebragt en verkogt

wordt„ gelijk wij voorzien hebben te zullen ge

„beuren blijkens ons nedrig Antwoord op uwe

Wel-Edele Hoog-Agtbaarheden geëerden

brief van den 27. November 1783. 8138

gansereerd bij onze adviesen naar Batavia

van den 15. Iuni 1785, ondervinden wij no

„tans dat de Malaccasche ingezetenen

in

23

„de te ontdekken wat 'er van de zaak mogt

weezen

Is het ons lief geweest, dat meergemelde de

Wind bij onderzoek ten vollen onschuldig

bevonden is, en dat de Ministers en voorna„

„melijk de Gouverneur, van hem een zeer gun„

„stig getuigenis gegeven hebben, terwijl wij ver„

„trouwen moeten, dat het onderzoek met al„

„le mogelijke naauwkeurigheid verrigt, en de

onschuld van gemelden de Wind op het

overtuigendst gebleeken zal zijn.

In dat vertrouwen moeten wij allezins bil„

„lijken, dat uwE om voormelden de wind

van alle blaam en grieren hem door dit ge„

„val toegebragt, volkomen te zuiveren gelast

hebben denzelven door twee Leden van de Politie

voor het front van zijne Compagnie Burgers

te doen xehabiliteeren

Wat verder het huishoudelijke van dit Cantoor

betrekt, hebben wij als welgedaan aangemerkt dat

uwE:, vermits door de alhier ten handel komende

Portugeeschen voor de Bengaalsche Chorman„

„delsche en Souratsche Liswaaten 43. per cent

boven Compagnies gewoone inkoopsprijs was

geeischt, de Ministers hadden gelast om van

dien inkoop vooreerst af te zien

Den verkoop als van weinig aanbelang met

Stilzwijgen voorbijgaande.

En ten aanzien van den handel in gamber

mitsgaders de ophelderingen en bedenkingen

der Ministers dienaangaande ons gedraagen„

„de aan het geschrevene bij den generaalen

brief van den voorleden Iaare §267, moeten

wij voorts nog met opzigt tot het geschrevene

bij uwE adtriesen van 27. October in ant„

woord op onzen Generaalen brief van den

Iaare

8