Transcriptie
1786 en voorjaar 1787. naar Batavia vertrokken Schepen Hoolwerfen
de Zaanstroom zwarigheid maakten van op sleeptouw mede te neemen,
naar Riouw hebben moeten zenden, dog dezelve ten gebruike ginder
veels te groot is.
§24. De Capitein Luitenant Johan Hendrik Meijer door uwe
Hoog:Edelheden in het ampt van Equipage -op zigter bevestiga,
zoo lang 's Lands schepen hier aanweezend zijn niet gemist
kunnende worden zal na het vertrek van dezelven met den
opneem der kusten langs deeze straat voortvaaren dan wij
difficulteeren niet zonder reden om hem of iemand anders
gelijk wij blijkens § 4.8. onzer advisen van den 15. December
1786, van intentie zijn geweest te doen, met een ligt vaartuig
naar Bliton te zenden ten opneem van het vaarwater tusschen
Borneo en Banca, dewijl hij somtijds gevaar zoude loopen
van door de Zeerovers genomen te worden, die men zegt er in
menigte te zwerven, en verstouten ons derhalven uwer Hoog-
Edelheden in bedenking te geeven of niet van de Hoofdplaats
twee of drie gearmeerde pantjallangs, dan wel een klein scheep„
„Jeten gezegden einde naar derwaarts zouden kunnen worden
geexpedieerd
§25. Belangende het getal der hier benoodigde vaartuigen,
bij onze advisen van den 16. Maart 1787. §5 opgegeven,
kunnen wij uwe Hoog-Edelheden, in antwoord op Hoogst„
„derzelver geëerde remarque bij missive van den 16. Iuli 5118,
bij deezen verzekeren dat, daar wij dat getal zoo na immers
mogelijk bepaald hebben, wij het met minder niet zullen kun„
„nen stellen, buiten merkelijken ondienst van de Compagnie
en zelfs drie vaartuigen meer zullen nodig hebben, indien
omtrent Riouw bestendig vier gearmeerde vaartuigen kruis„
„sen moeten, gelijk de Heer Commandant en chef van SLands
schepen Wierts tot adsistentie van die plaats in haare desen„
„sie